Je ligt een al een maand in het ziekenhuis. Omdat je tijdens je opname een bacterie oploopt mag je niet eens je kamer af. Je bent nog vol in een delier. Het zit tegen. Ik neem je discman met koptelefoon mee, je bent altijd dol op muziek geweest. Wat een succes, wat een ingeving. Je danst in je kamertje (lichamelijk ben je nog steeds superfit). Zingt mee, lachend van oor tot oor.
Maar je bent ook boos, heel boos, vind iedereen die langsloopt in de gang stom, achterlijk! Je windt je echt enorm op! Probeert in je deuropening, ieders aandacht te vangen staand achter de drempel. Je mag niet over de drempel, anders worden ze boos in het ziekenhuis (hoe achterlijk, onmenselijk….). Je roept en schreeuwt, zwaait met je armen…. Schrijnend, ik moet er zo van huilen.
Tot ik jou boosheid begrijp. Je snapt niet dat de voorbijgangers jouw muziek niet horen, niet enorm enthousiast worden van je muziekkeuze, niet meezingen en mee-dansen. Uitleg over wat een koptelefoon doet, dat jij de muziek alleen kan horen, lost het niet op. De discman wil ik ook niet afnemen. Ik neem een kleine speaker mee, daarmee gebeuren opeens wonderen met de passanten op de gang!

Reactie plaatsen
Reacties